Restauraties > Orgel
Geschiedenis van ons orgel
Vóór 1768 stond er in de kerk te Hoeselt misschien ook al een orgel. Dit kunnen we afleiden uit het testament van E.H. Joannes van Hinnisdael, die 4000 florijnen schenkt aan de kerk om “het orgel te laten spelen”. Of dit orgel er toen effectief is gekomen, kunnen we echter nergens uit afleiden. Wel weten we dat vanaf 1760 nog er verscheidene schenkingen volgen aan de kerk ten behoeve van het nieuwe orgel.
Dit orgel, dat geplaatst werd in de vernieuwde kerk, op het speciaal hiervoor ontworpen doksaal, werd in 1768 door Henri Möseler uit Luik gebouwd. Möseler was leerling van Jean Baptist Le Picard, zoon van de grondlegger van de Luikse School.
Van dit orgel is er echter geen contract bewaard gebleven. Vanuit de werklijst van Möseler weten we dat hij in 1768 in de Sint-Stefanuskerk te Hoeselt een orgel heeft gebouwd. Het doksaal en de orgelkast werden vervaardigd door de Duitse schrijnwerker Carel Weisskopf. Zijn rekeningen aan de kerkfabriek zijn wel bewaard gebleven.
Ook na de bouw van het orgel blijven er schenkingen volgen aan de kerk ten voordele van het orgel.
Van 1804 tot 1820 kunnen we in de rekeningen van de kerkfabriek vermeldingen vinden van het onderhoud van het orgel, zoals stembeurten, het plaatsen van een nieuwe orgelbank, enz.
In 1869 gaat de kerkfabriek van een Hoeselt een contract aan met het orgelbouwduo Pereboom & Leyser uit Maastricht voor het vervaardigen van een nieuw orgel. Dit contract is integraal bewaard gebleven.
De kast werd hiervoor ongeveer een meter naar voor gebracht. Een deel van de onderkast werd verwijderd. Enkel het middengedeelte bleef grosso modo behouden. Om de kast opzij te steunen werden er hoekbalken geplaatst. Zo ontstond er een doorgang onder het orgel, zodat men zich makkelijk van de ene zijde van het doksaal naar de andere kon verplaatsen.
De speeltafel werd aan de linkerzijkant geplaatst.
Van het Möseler-pijpwerk bleven slechts enkele registers (gedeeltelijk) behouden. In dit verband is het opmerkelijk dat Pereboom & Leyser in hun contract met de kerkfabriek vermeldden dat zij bepaalde registers (bvb. de Cornet op het Gr. Org., de Prestant 4' van het positief, e.a.) van het Möseler-orgel zullen behouden, maar het uiteindelijk toch niet doen.Verkeerde het pijpwerk op dat ogenblik misschien in een te slechte toestand? Of konden zij het niet voldoende transformeren naar de romantische orgelklank? De echte reden zullen we wellicht nooit kunnen achterhalen.
In 1920 wordt er een electrische ventilator geplaatst.
Vanaf 1945 onderhandelt de kerkfabriek met de orgelbouwer Vandeloo uit Leuven voor het uitvoeren van “herstellingswerken” aan het orgel. Deze herstelling nam echter de vorm aan van een heuse transformatie, waarbij het positief, dat door Pereboom & Leyser oorspronkelijk tussen de hoofdwerkladen was geplaatst, werd “verplaatst” naar een bijgeplaatste zwelkast achter de kastvoet van het orgel. Hierbij werd de mechanische sleeplade, de enige die was behouden van het Möseler-orgel, vervangen door een pneumatische windlade. De originele mechanische register- en toetstractuur werd uiteraard eveneens vervangen door pneumatiek. Het pijpwerk van Pereboom & Leyser werd, zij het lichtjes gewijzigd, overgeplaatst op deze nieuwe windlade.
In 1972 werden er opnieuw herstellingswerken uitgevoerd aan het orgel door de Fa. Vandeloo. Wat deze werken precies inhielden, wordt echter nergens vermeld. Misschien dat de gamba 8' van het hoofdwerk dan getransformeerd wordt naar een nasard 2 2/3' en dat de frontpijpen van Pereboom & Leyser worden vervangen door zinken pijpen? Of werden deze ingrepen al in de jaren ‘50 uitgevoerd, tesamen met de transformatie van het positief?
In 1983 wordt er door de Fa. Nagels uit Kozen opnieuw herstellingswerken uitgevoerd. Deze werken beperken zich tot het bijmaken van een aantal verdwenen fourniture-pijpen en het aanvullen van de tertsrang van de Cornet. Deze rang werd voordien door Vandeloo gebruikt om het register “tierce 1 3/5' diskant” op het positief te creëren.
Restauratie orgel.
De restauratie van ons orgel was de start van alle restauraties in onze kerk. Het was de bedoeling ons orgel te restaureren, maar door verschillende omstandigheden en de buitensporige kostprijs,(400.000€) hebben we als kerkraad besloten het orgel in zijn huidige toestand te bewaren en voor 1/10 van de kostprijs van de restauratie een digitaal ogrel te bestellen.
Na rijp beraad kozen we voor het Monarch orgel van Johannus. Meer informatie vind je op de website van Johannus
Het hart van het digitaal orgel
Deze 24 boxen, samen met nog 2 basluidsprekers, zitten verstopt achter de orgelpijpen.
Luister naar Toccato in fuga in d van J.S.Bach op ons digitaal orgel, door organist Joost Termont.